Prehistorische apen reisden over het water met drijvende vlotten

Prehistorische apen reisden 34 miljoen jaar geleden de oceaan over van Zuid-Amerika naar Afrika via een drijvend vlot. Dat hebben wetenschappers uit de Verenigde Staten ontdekt nadat ze fossiele tanden bestudeerden van de uitgestorven dieren.

De reis die de apen maakten was bijna 1500 km lang. De vlotten bouwden ze niet zelf, maar ze dreven op stukken land die afgebroken waren van de kust.

Zijdeaapje

Volgens de wetenschappers konden de apen de lange tijd op het water goed volhouden, omdat ze kleiner zijn dan de meeste andere zoogdieren. Ze hadden daardoor minder voedsel nodig.

De apen zouden ongeveer even groot zijn als een zijdeaap, een soort die leeft in het Zuid-Amerikaanse regenwoud.