Tips: debatteren in de klas

Elke schooldag zie je in de ochtenduitzending en op de site de stelling van de dag. Veel klassen bepreken de stelling iedere dag. Met deze acht tips van het Nederlands Debat Instituut kun je in de klas een echt debat houden.

Stap 1

Maak twee groepjes van vijf leerlingen. Elk groepje krijgt een aanvoerder. De leerkracht of een leerling is debatleider en een andere leerling houdt de tijd van de debatrondes bij. De rest van de klas is jury.

Stap 2

Het ene groepje bedenkt argumenten voor de stelling. Het andere groepje verzamelt argumenten tegen de stelling. Het gaat daarbij niet om je eigen mening maar om goede argumenten!

Stap 3

Dan begint het debat. De debatleider vraagt allereerst de juryleden wie voor de stelling is en wie tegen de stelling is. Dan weten de teams wie zij moeten overtuigen!

Stap 4

Vervolgens krijgt de aanvoerder van elk team 1 minuut de tijd om aan de klas te vertellen wat de belangrijkste argumenten voor of tegen de stelling zijn.

Stap 5

Daarna gaan de teams 5 minuten met elkaar in debat. Ze reageren om beurten op elkaars argumenten. De debatleider geeft kinderen de beurt. Na vijf minuten krijgt hij een seintje van de leerling die de tijd bijhoudt en wordt het debat gestopt. Dan krijgen de teams kort de tijd om te overleggen over hun eindtoespraak.

Stap 6

Nu mag elke leerling die debatteert nog één slotzin zeggen. Eerst krijgen de kinderen uit team 2 één voor één het woord voor hun slotzin met een argument tegen. Daarna geven de leerlingen uit team 1 hun argumenten vóór de stelling.

Stap 7

De juryleden mogen weer hun mening geven, nu na het debat. Zijn ze nog steeds voor de stelling? Of nog steeds tegen? Is er iemand die van mening veranderd? En waarom?

Stap 8

De klas beoordeelt beide teams. Hebben ze bijvoorbeeld duidelijk gesproken, legden ze de argumenten goed uit en reageerden ze goed op de tegenpartij? De klas geeft tips aan de teams. Daarna kiezen de leerlingen door vingers op te steken een winnend team.