Ballonvaren en schieten op duiven: Dit waren vroeger olympische sporten

Bij de Olympische Spelen in Parijs zijn 32 sporten te zien. Soms komen er nieuwe olympische sporten bij, en soms gaan er ook een aantal sporten af.

Vroeger waren er best veel olympische sporten waar je je nu niks meer bij voor kan stellen. Check een aantal hieronder:

Ballonvaren

In 1900 waren de Olympische Spelen ook in Parijs. En dat was toevallig ook het enige jaar dat ballonvaren een olympische sport was.

46 ballonnen streden in de lucht om een gouden medaille. Ze deden mee aan allerlei verschillende onderdelen. Bijvoorbeeld welke ballon het allerhoogst kon (de winnaar steeg tot 8.558 meter in de lucht) en welke ballon het verst kon (de winnaar vloog van Parijs in Frankrijk naar Kyiv in Oekraïne).

Schieten op levende duiven

Schietsport is al sinds de allereerste Spelen een olympische sport. Nu wordt er gericht op schietschijven of een schoteltje in de lucht. Maar vroeger was dit wel anders. Toen werd er gericht op levende duiven.

Tijdens de Olympische Spelen in Parijs in 1900 werden in totaal meer dan 300 vogels neergehaald. De winnaar schoot 21 keer raak.

Onderwaterzwemmen

Zwemmen is een superbekend onderdeel tijdens de Spelen. In 1900 was onderwaterzwemmen ook eenmalig een olympische sport.

Het was niet heel populair. Er deden maar 14 deelnemers uit 4 landen mee. Ze moesten zo ver mogelijk onderwaterzwemmen in de rivier de Seine.

Sportvissen

Sportvissen is nog steeds best wel een populaire sport. In 1900 was het ook eenmalig een olympische sport. 600 vissers deden toen mee aan de wedstrijd en probeerden zo veel mogelijk vissen te vangen in de Seine.

Gezamenlijk haalden de vissers toen meer dan 2.000 vissen uit de rivier.

Wat was vroeger een olympische sport?