Baseer woont al maanden in de noodopvang: 'Kan niet naar school'

Baseer woont al maanden in de noodopvang: 'Kan niet naar school'

Ruim 6000 kinderen in Nederland wonen in een noodopvang. Dat is ruim 2000 meer dan vorig jaar, terwijl het er juist minder hadden moeten worden. Dat blijkt uit onderzoek van het Jeugdjournaal.

Dat is hartstikke slecht, vinden hulporganisaties. Want zulke plekken zijn helemaal niet geschikt voor kinderen.

Eigenlijk is het de bedoeling dat je maar een paar dagen op zo'n plek woont. Maar steeds meer kinderen moeten er maandenlang blijven. Zo ook Baseer, die eerder dit jaar uit Pakistan vluchtte met zijn moeder.

Er is veel lawaai en er is niets te doen. Ik ben hier al drie maanden en nog steeds niet naar school geweest.
Baseer

De mensen in de noodopvang hebben geen eigen kamer. Ze hebben alleen een bed met wat schotten eromheen. Het is er erg luidruchtig en er is geen privacy. Veel kinderen voelen zich er erg onveilig, zeggen kinderrechten- en vluchtelingenorganisaties.

Er is geen plek om te spelen. Ze kunnen zich niet terugtrekken om even alleen te zijn. Ze kunnen vaak niet naar school en er is weinig medische zorg.
hulporganisatie

De organisaties willen dat minister Marjolein Faber, die over asiel gaat, zo snel mogelijk iets doet om de kinderen in de noodopvang te helpen.

Maar Faber zegt dat alles volgens de regels gaat. Maar dat is niet zo. Volgens internationale regels moeten kinderen binnen drie maanden naar school. En dat lukt helemaal niet.

Daar ben ik niet van op de hoogte. Volgens mij is dat gewoon geregeld. Er zijn afspraken gemaakt, dus ik neem aan dat dat er gewoon bij zit.
minister Faber van asiel en migratie